prioriteiten stellen

Door het bijhouden van de inkomsten en uitgaven heb je inzicht verkregen. Nu komen de vragen:

  •  Waren de uitgaven noodzakelijk?
  •  Wat vind je belangrijk? Eten van een A-merk, kleding van een merk, auto?
  •  Waar wil of moet je voor sparen?
  •  Hoeveel houd je over en hoeveel wil je sparen? (spaardoelen)
  •  Waarop kun en wil je bezuinigen
  •  Hoeveel denk je te kunnen bezuinigen?
  •  Heb je geld over of kwam je tekort?

 Met dit bedrag kan je een planning maken. Stel dat je 500 euro uitgeeft aan eten en drinken. Een kwart gooi je weg omdat het bedorven is.. Je richt je op slimmer inkopen en koopt minder in. Je bent aan het besparen. Een andere manier is producten kopen van een huismerk in plaats van het merk dat altijd op tv komt. Kijk ook eens in de kasten. Hoeveel staat er nog? Misschien heb je producten staan die je beter eerst kunt opmaken voordat je weer nieuwe spullen koopt.

Of stel je voor dat je thuis komt met weer een zwarte broek. In de kast hangen dezelfde broeken maar net even anders. Het verschil is bijna niet zichtbaar. Draag je dan de nieuwe broek, was dit nodig?

Niet altijd is een uitgave per maand zichtbaar. Het waterverbruik is hoog, veel te hoog. Dat weet je door de vorige afrekening. Het gehele gezin van 5 personen staat lang onder de douche, de jongste van 5 jaar laat de kraan bij het tandenpoetsen doorlopen.

Hoeveel denk je te kunnen bezuinigen? Stel dat je 50 euro per maand overhoudt en je weet dat je kunt besparen, waarop doe je dat doen? Dat kan op van alles zijn: eten, drinken, uitgaan, water besparen, minder kleding aanschaffen.  En nu de vraag: waarop wil je bezuinigen ofwel stel prioriteiten. Maak hiervan een lijstje van meest belangrijk op nr 1 en verder. 

 

.